Claudia Bisschops - Geestelijk Verzorger bij Defensie

Claudia Bisschops - Geestelijk Verzorger bij Defensie


Vrijwel iedereen die de media regelmatig volgt, wordt geconfronteerd met conflict en strijd in de wereld. Zowel ver weg in het buitenland, maar ook dichtbij huis. Hoe is het om op missie te gaan naar Afghanistan en wat ga je doen als je afzwaait bij 't ministerie van Defensie. Dag van de Vrouwen had een reflectief gesprek met Claudia Bisschops. Ze heeft Theologie en Internationaal Recht gestudeerd en is lid van de Fractie Adviescommissie Defensie van het CDA. Claudia is geestelijk verzorger in dienst van Defensie en houdt van lezen, schrijven en wandelen. Beeld © Arie IJdo

Hoe ben je bij Defensie terechtgekomen?

Dat is per toeval gegaan. Na mijn studie was ik werkzaam in een parochie. Dit was in 2004 en dat heb ik slechts een jaar gedaan, omdat ik alleen maar jonge kinderen zag en ouderen van hoge leeftijd. Dit was voor mij te beperkt, want ik wilde werken met actieve volwassenen in een dynamische omgeving. Een collega en docent aan de Universiteit van Nijmegen, gaf mij advies om bij Defensie aan de slag te gaan. Dit heb ik toen gedaan, want ik had tijdens mijn studie al overwogen om de officiersopleiding te gaan doen. Ondertussen ben ik al tien jaar werkzaam voor Defensie. Binnen dit ministerie ben ik drie jaar hoofdredacteur geweest van het blad GV Present met een oplage van 55.000 stuks en was ik tevens namens het blad woordvoerder naar buiten toe. Momenteel maak ik sinds één jaar deel uit van de Fractie Adviescommissie van het CDA. De commissie is een sparringpartner voor de Kamerleden, waarin vrijuit met elkaar gepraat kan worden. 

Wat is jouw motivatie om dit te doen?

Het was voor mij belangrijk om te werken aan mijn persoonlijke ontwikkeling. Binnen Defensie word je min of meer gedwongen om authentiek te zijn. Ben je niet jezelf, dan prikken ze daar doorheen en dat sprak mij aan. Verder wilde ik mijn verbale communicatieve vaardigheden vergroten. Bij Defensie moet je goed kunnen samenwerken met collega’s uit alle lagen van de bevolking. Helder en direct taalgebruik, dat iedereen begrijpt en cruciaal kan zijn voor het werk dat je doet. 

Je bent ook op missie geweest in Afghanistan, wat heb je daar gedaan?

In 2009 ben ik uitgezonden naar Afghanistan en geplaatst op kamp Hadrian in Deh Rawod. Dit ligt in het zuidwesten van de provincie Uruzgan. Ik was daar destijds de eerste vrouwelijke geestelijke verzorger. De Afghaanse tolken in het kamp vonden het bijzonder dat ik als vrouw een religieus ambt vervulde. Wel werd ik vrijwel direct welkom geheten als Mullah vanwege mijn theologische deskundigheid, maar dan voor het niet-islamitische geloof. Nadien was ik dus bekend als Mullah, geen probleem. 

Mijn taak was geestelijke zorg en hulpverlening te bieden aan een paar honderd militairen binnen het kamp. Daarbij maakte ik deel uit van het sociaal medisch team met twee artsen, een maatschappelijk werker, een psycholoog en een medewerker voor personeelszaken.

Ik had iedere zondag een bezinningsdienst in mijn eigen kapelletje. En hoewel het merendeel van de militairen daar niet Rooms-Katholiek of op een andere wijze gelovig was, had ik gemiddeld toch iedere zondag 30 deelnemers. Het overgrote deel van de militairen heeft mijn aanwezigheid als positief ervaren. Het kwam door mijn aanwezigheid tijdens de looprondjes, de persoonlijke gesprekken en moreel support bij de poort wanneer de jongens op patrouille gingen. 

Zelf ben ik ook twee keer meegegaan op patrouille met het Police Monitoring Team. Dit mobiele team verzorgt opleidingen voor de lokale politiediensten.

Soms hadden we ook bezoek van de lokale Afghaanse bevolking. Allemaal mannen, vrouwen en kinderen die medische hulp nodig hadden. Ook namen we deel aan verbroederingsfeesten met de lokale bevolking. 

Welke ervaringen zijn jou bijgebleven?

Vooral het kameraadschap is mij bijgebleven. Iedereen doet daar zijn best en met een enorme professionele instelling. Wat ik ook bijzonder vond, was het sterke vertrouwen in elkaar. 

Het moet ook zwaar zijn geweest, hoe verwerk je dit zelf?

Ja, wie knipt de kapper? Binnen het sociaal medisch team hadden we daar afspraken over gemaakt door middel van een buddy systeem. Wat mij toen goed heeft geholpen was het wekelijks contact met mijn ouders in Nederland. Het gaat dan over simpele dingen in het dagelijks leven, maar wel zo belangrijk op mentaal niveau. Vanuit mijn werk kreeg ik onder meer te maken met jonge jongens die hun vriendin heel erg misten, of te maken hadden met verlies in hun familie- of vriendenkring in Nederland. Je moet voeling kunnen houden met thuis, dit ging zelfs zo ver dat het thuisfront vanuit Nederland zelfs huis-aan-huisfolders opstuurde.

Dit klinkt vreemd, maar het werkt om betrokken te blijven op het alledaagse leven thuis.

Heb je nog contact met collega’s en de lokale bevolking?

Niet zo met de lokale bevolking, daarvoor waren de contacten te beperkt. Wel met de collega’s van dezelfde uitzending. Zo’n periode meemaken werkt verbindend en wanneer je elkaar in het dagelijks leven ontmoet, dan is er gelijk een gevoel van hechtheid. Het is er altijd, ook al heb je elkaar lange tijd niet meer gezien. 

Zouden meer vrouwen voor Defensie moeten werken?

Ieder beroep trekt dat aan wat het past. Of je nou man bent of vrouw is minder van belang. Ik vind dat het een organisch proces moet zijn. Als de klik niet wederzijds is, dan ontbreekt de basis voor het goed kunnen functioneren in een militaire omgeving. Ik weet niet hoe het komt dat gemiddeld gezien slechts tien procent van de militairen vrouw is, maar dit schommelt al jaren zo en blijkt niet meer te worden. Feit is dat mannen over het algemeen fysiek sterker zijn dan vrouwen, maar er zijn ook veel functies bij Defensie waarbij die eigenschap niet nodig is.

Wat zou je willen dat in Afghanistan wordt bereikt?

Wat ik heel graag zou willen zien, is dat jongens en meisjes daar gelijke kansen krijgen in scholing. Dit is zo belangrijk voor de toekomst van het land. Maar wat wij vanuit Nederland met de missie doen is beperkt. Afghanistan is zo complex en wat wordt opgebouwd kan zomaar weer worden afgebroken. Dit kan heel demotiverend zijn voor de militairen en mentaal doet dat je wat. Het is soms een ongrijpbare situatie. De zinvolheid van je eigen bijdrage, kun je ervaren door op microniveau te denken en te handelen.

Jouw partner zit ook bij Defensie, hoe hebben jullie elkaar leren kennen?

We hebben elkaar op de uitzending leren kennen. Hij is officier van de landmacht en reisde veel van kamp naar kamp vanwege zijn logistieke betrokkenheid. Hij kwam ook in kamp Hadrian en we hebben gezellig koffie gedronken. Na de uitzending hebben we in Nederland contact met elkaar gezocht en toen sloeg gelijk de vonk over. Onze gedeelde geschiedenis heeft daaraan bijgedragen, want je weet samen hoe stof op je gezicht voelt… 

Je bent tegenwoordig vinoloog-sommelier, dat is toch totaal iets anders?

Dat klopt, mijn partner en ik zijn nu ruim 5 jaar samen en we willen onze dromen waarmaken. Hij droomt van een bistro en ik van een conferentiehotel. We houden allebei van het Bourgondische leven en genieten zo nu en dan van een goed glas wijn. Deze hobby is zo uit de hand gelopen dat we vorig jaar een wijnimportbedrijf zijn gestart, die Bisschopswijn heet. Dit is een mooie wijnkoperij in Valkenburg aan de Geul. We houden wijnproeverijen en ik verzorg daarbij ook cursussen en workshops. Dit is heel leuk om te doen.

Er zijn nog weinig vrouwelijke sommeliers, hoe komt dat denk je?

Het beroep van wijnschenker was van oudsher een mannenberoep. Tot in de 20ste eeuw vond men het niet gepast dat vrouwen aan tafel bedienden. Pas de laatste tijd zie je vrouwen zoals Thérèse Boer en Claudia Brevet een vooraanstaande plek innemen. Zij vervullen een mooi rolmodel, waardoor je nu ziet dat vrouwen een inhaalslag maken door dat ook te willen. Het is mij opgevallen, dat veel succesvolle restaurants gemanaged worden door koppels, hij in de keuken, zij aan de voorkant.

Vrouwen zouden beter kunnen proeven dan mannen, deel je die mening?

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt bewezen, dat vrouwen over het algemeen beter kunnen ruiken en proeven. Een moeder zou zelfs in staat zijn, om haar eigen kind ongezien te kunnen ruiken. Een zytholoog vertelde mij dat vrouwen beter in staat zijn, om de koppeling te maken tussen taal- en proefsensoren. Dit heeft met de evolutie te maken. Een zytholoog is trouwens een bierkenner.

Jullie hebben ook een wijnproeverij, kun je daar iets over vertellen?

We zijn in 2014 begonnen met Bisschopswijn en hebben een focus op wijn/spijs combinaties, stille en mousserende wijnen. Ik ben ook bestuurslid van de Confrérie van de Limburgse Wijn die nu ruim 10 jaar bestaat. De Confrérie heeft als doel het borgen van de kwaliteit en het promoten van de Limburgse wijn.

Het wijnproeven verzorg ik bij ons op de hoeve of bij klanten op locatie en is ontwikkeld voor de zowel de beginner als ook de gevorderde kenner. Vooral het samenstellen van goede wijn/spijs combinaties, met daarbij wijneducatie maakt de proeverijen interessant. 

Wil je jouw eigen wijn op de markt brengen, of laat je dat aan anderen over?

Dit staat op de planning, maar het zal nog wel een aantal jaren duren. Volgend jaar gaan we op 0.3 hectare een eigen wijngaard aanplanten. Drie jaar later zullen dan de eerste druiven geoogst kunnen worden als onderdeel van Bisschopswijn. Daarnaast gaan we investeren in een hotel met vijftien kamers en inpandig restaurant voor 100 couverts. De hoeve willen we dan op middellange termijn transformeren in een bed & breakfast. In 2016 is mijn werk bij Defensie gedaan en stap ik samen met mijn partner in dit nieuwe avontuur.