Vanaf 2 april toont het Limburgs Museum een selectie uit zijn grote collectie portretten. Ze vormen een directe, persoonlijke brug naar mensen in andere tijden. Maar er scheelt ook iets aan de collectie. De geschilderde geportretteerden zijn meestal succesvolle, witte mannen van middelbare leeftijd. Het Limburgs Museum gebruikt de tentoonstelling 'Limburgers in beeld' om met bezoekers in gesprek te gaan over de gaten in haar verzameling.

In Limburgers in beeld kijk je in de ogen van vijftig bisschoppen, politici, priesters, heiligen, succesvolle ondernemers en kunstenaars. Dat zijn de mensen die zich de afgelopen eeuwen door kunstenaars als Joep Nicolas en Charles Eyck lieten portretteren. Zij hadden het geld ervoor, en het aanzien. Kinderen, vrouwen en ouderen zie je veel minder. Net als ambachtslieden, boeren en arbeiders. Ook de grote portrettencollectie van het Limburgs Museum geeft wat dat betreft een beperkt beeld van het verleden én heden.

Het onderzoek naar haar eigen collectie past bij de Museumweek van 4 t/m 10 april met als thema; 'Open je wereld'. Dit is precies wat het Limburgs Museum, geholpen door bezoekers, met Limburgers in beeld  hoopte te bereiken.

Programmamanager Marieke Koppelmans: "Ons museum wil de veelzijdigheid van Limburg en de Limburgers nog beter laten zien". "We willen ruimte geven aan Limburgers die onvoldoende zijn gezien en gehoord. De eerste stap is: tonen wat we wel hebben. En dan aan bezoekers vragen wat ze missen."

Behalve geschilderde portretten laat Limburgers in beeld ook fotoportretten zien. Daarvan heeft het museum er zeker duizend. Omdat fotoportretten goedkoper waren om te laten maken, zie je in die verzameling al meer variatie. En nu vrijwel iedereen een camera in zijn 'broekzak' heeft, ontstaan er weer andere problemen: wiens portret 'hoort' er eigenlijk in een museum? Welke eisen stel je aan de maker van een portret? Als bezoeker krijg je daarom ook de kans om je eigen portret, of die van een bekende te uploaden in de expositie! Limburgers in beeld  is tot en met 19 juni 2022 te zien.

Afbeelding header: Hans van Norden (Bussum 1915–Amsterdam 2011), Groepsportret van kunstenaars op Kasteel Oost in Eijsden. Van links naar rechts: Piet Damsté, Nicolaas Wijnberg, Isabelle Kolthoff. Achter: Teun Roozenburg, Jopie Roosenburg, Nel van Norden, Hans van Norden, 1948. Limburgs Museum.

Op 20 mei opent in het Limburgs Museum in Venlo 'Oevers vol Romeinen'. Deze grote tentoonstelling  maakte het Limburgs Museum samen met het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Oevers vol Romeinen biedt een verrassende, nieuwe kijk op ons eigen Romeinse verleden. Voor het eerst wordt het verhaal van bewoners van de Romeinse grensstreek en het Limburgse achterland verteld. Daarbij wordt ook het resultaat van nieuw onderzoek naar de bekende Romeinse Villa Voerendaal gepresenteerd. Deze grote tentoonstelling is zo opgebouwd dat zowel jonge bezoekers als kenners aan hun trekken komen.

Tweeduizend jaar geleden liep de grens van het Romeinse rijk dwars door Nederland. Die grens, de Limes, moest worden bewaakt. Dat zorgde voor een ongekende levendigheid, zowel langs grensrivier de Rijn als langs de Maas. Het zou onze streken voorgoed veranderen. Sporen daarvan spreken nog altijd tot de verbeelding, zo laat 'Oevers vol Romeinen' zien.

Niet alleen soldaten werkten en leefden aan die grens. Ook hun vrouwen, kinderen en bedienden woonden daar. Handelaren en ambachtslieden deden zaken met het leger, boeren verbouwden graan voor de troepen. De lokale bevolking en de Romeinse soldaten, vaak hulptroepen uit allerlei streken in Europa, leefden samen. Het leidde tot diepe sporen van Rome langs Maas en Rijn.

Graan verbouwen voor de grenstroepen gebeurde in enorme boerenbedrijven: Romeinse villa’s. Die stonden vooral in Zuid-Limburg. Een van de grootste was Villa Voerendaal. Het Limburgs Museum liet een team van experts onderzoek doen naar die villa. Voor het eerst worden de resultaten daarvan in een grote tentoonstelling aan publiek getoond. Ondertussen blijven sommige vragen onbeantwoord: van wie was het mysterieuze stenen hoofd dat vlak bij de villa gevonden is?

Elk object in de tentoonstelling vertelt een verhaal. Zo is een plank uit een wijnvat van tweeduizend jaar oud op zich al bijzonder. Maar als je weet dat dit vat uit de voorraad stamt van keizer Caligula zelf, dan brengt dat de mensen van toen nog net iets dichterbij. Dat doen ook de eetborden waarin soldaten hun namen krasten. Of het speelgoed van hun kinderen, zoals een houten zwaard en paardje. Ook het wereldberoemde 'Haantje van Buchten' is te zien, een prachtig beeldje dat een soldaat ooit aan de godin 'Arcanua' schonk.

In de derde eeuw na Christus raakte het Romeinse Rijk in verval. Dat veranderde ook het leven langs de Limes en in het Limburgse achterland. Ook dat verhaal wordt in 'Oevers vol Romeinen' getoond.

Directeur Bert Mennings: "Samen met het Rijksmuseum van Oudheden kunnen we deze belangrijke periode uit onze geschiedenis op een spannende en mooie manier vertellen". "Dat is niet alleen te danken aan onze rijke archeologische collectie, maar ook aan het onderzoek naar de Villa Voerendaal dat we de afgelopen jaren met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Provincie Limburg hebben verricht."

limburgsmuseum.nl