Marianne van den Berg - Voormalig Apotheekhouder

Marianne van den Berg - Voormalig Apotheekhouder


Iedereen wilt oud worden, maar niemand wil oud zijn. Een gezegde dat steeds vaker wordt gehoord sinds de toenemende vergrijzing van onze samenleving. Gezond ouder worden is het streven van iedereen. Maar ouder worden is ook inherent aan verandering van geest en lichaam, en dit kan gepaard gaan met gebreken. Hoe is het eigenlijk gesteld met de ouderenzorg? Wat voor een rol speelt de apotheker in het toenemend gebruik van medicijnen door ouderen? En wat is daarin de kwaliteit van leven? We gingen daarvoor een dialoog aan met Marianne van den Berg, specialist in Polyfarmacie.

Wie is Marianne van den Berg?

Ik ben een moeder, weduwe, oma en apotheker. Op 15 jarige leeftijd wist ik al dat ik apotheker wilde worden. Nu ben ik 63 jaar en heb tot twee jaar geleden mijn eigen apotheek gehad. Sindsdien geniet ik op een hele andere manier van het vak, want tegenwoordig doe ik polyfarmacie gesprekken met onze oudere patiënten. Dit doe ik in dienst bij een collega, en dat geeft mij de gelegenheid om zonder alle rompslomp van een eigen zaak, inhoudelijk met het apothekersvak bezig te zijn.

Wat maakt het vak apotheker zo boeiend?

Het is vooral de mix en de variatie die het vak met zich meebrengt. Als apotheker-eigenaar ben je ondernemer, en tegelijk werk je intensief met mensen. Je werkt in een team met je personeel, je werkt samen met andere zorgverleners, zoals de huisartsen, en je hebt dagelijks vele patiëntcontacten. Bovendien prikkelt het vak je nieuwsgierigheid. Op het gebied van medicijnen zijn er altijd veel veranderingen, zodat je dagelijks naschoolt. Daarnaast brengt het ondernemer zijn veranderingen met zich mee, zoals op het gebied van wetgeving en regels vanuit de overheid, onderhandelingen met de zorgverzekeraars, en ontwikkelingen op het gebied van automatisering. Elke dag is anders en vliegt voorbij.

Minister Schippers heeft de titel apotheker een officiële specialisten status gegeven, wat vind je hiervan?

Dat is een prima initiatief. Door de officiële status van apotheker specialist wordt het veel duidelijker dat de apotheker bij uitstek de zorgverlener is, die het veilig gebruik van geneesmiddelen kan bevorderen. Hiermee voelt deze de verantwoordelijkheid nu nog meer, want bijna iedereen kan een beroep doen op deze specifieke kennis van de apotheker. Dus het dwingt de apotheker nog meer dan vroeger, om er voor te zorgen dat zijn of haar kennis op peil is volgens de kwaliteitseisen die het specialisme met zich meebrengt. Voor de patiënten, overheden en zorgverleners, waaronder ook de artsen en specialisten in ziekenhuizen, wordt het duidelijker dat de apotheker deze specifieke kennis heeft, en men daar een beroep op kan doen.

Te vaak hoor ik nog mensen zeggen: "de dokter schrijft het medicijn voor, u hoeft het alleen maar af te leveren, de dokter weet toch wat goed voor mij is?" Dan leg ik uit dat de dokter het meest van de patiënt en zijn of haar aandoening weet, en dat de apotheker het meest van de medicijnen weet, en dat die combinatie, dokter en apotheker samen, het beste resultaat voor de patiënt opleveren. We hebben namelijk ook als apothekers een eigen verantwoordelijkheid, en als het nodig is dan overleggen we met de arts om een beter medicijn te kiezen, of een dosering aan te passen, bijvoorbeeld bij een slechtere nierfunctie van de patiënt. Elke dag zijn er momenten van zo'n overleg, en gelukkig is dit goed geregeld in Nederland, artsen en apothekers werken daarin goed samen.

Je houdt  je nu bezig met Polyfarmacie, wat is dat en hoe gaat dat in zijn werk?

Volgens de richtlijnen spreken we van polyfarmacie wanneer mensen vijf of meerdere medicijnen langdurig moeten gebruiken, en we kijken in die situatie vooral naar mensen vanaf 65 jaar en ouder. Uit onderzoek is gebleken dat bij die groep de meeste verbeteringen te realiseren zijn. Mensen krijgen bij het ouder worden vaak meerdere aandoeningen en komen daardoor bij verschillende artsen terecht. Bovendien veranderen er lichaamsfuncties bij het ouder worden. De overdracht tussen verschillende specialisten en de huisarts loopt niet altijd vlekkeloos. Er worden weleens medicijnen doorgeslikt die gestopt hadden mogen worden. Of er wordt iets voorgeschreven waarbij in die situatie, bij die persoon, ook een beschermend medicijn toegevoegd moet worden. Voor die groep polyfarmacie patiënten kan de apotheker een Medicatie Beoordeling uitvoeren.


"Statistisch gezien wordt per patiënt anderhalve verbetering doorgevoerd op het gebied van medicatie."


De apotheker heeft een 'interview' met de patiënt en loopt daarbij een landelijke vragenlijst na, gericht op het opsporen van problemen met medicatiegebruik. De patiënt kan ook aangeven waar hij of zij mee zit. Na toestemming van de patiënt vraagt de apotheker bij de arts de laboratoriumgegevens en de ziektegeschiedenis op om de medicatie daarmee te vergelijken. Daarna maakt de apotheker een verslag met eventuele verbeterpunten. De apotheker en de huisarts van de patiënt bespreken dit vervolgens samen, en besluiten dan of alles zo goed is, of dat de verbeteringen worden doorgevoerd.

Elke apotheker voert op jaarbasis een aantal Medicatie Beoordelingen uit. Statistisch gezien wordt per patiënt anderhalve verbetering doorgevoerd op het gebied van medicatie. Het is dus een uitermate zinvolle actie die de apotheker samen met de patiënt en de arts uitvoert.

Welke essentiële veranderingen kunnen we nog meer binnen de farmacie verwachten?

In de toekomst zullen we nog meer gebruik maken van e-Health. Er wordt dan veel meer mogelijk. Ook worden we ouder en is er toenemende druk op de financiële ruimte voor de gezondheidszorg. Dit geldt tevens voor druk op de tijd die zorgverleners kunnen inzetten. Ik stel me voor dat het in de toekomst mogelijk is, dat de bloeddruk en hartfunctie online met de arts verbonden zijn. Dit zal dan bijvoorbeeld mogelijk worden met het dragen van een horloge. De arts krijgt een alarmsignaal als er een afwijkende waarde is en neemt dan direct contact op voor een controle. Ook zal men zelf kunnen inloggen bij zorgverleners zoals de arts en apotheker, en alles kunnen inzien, en vragen stellen. Op beperkte schaal gebeurd dit nu al. Zo is er meer zorg op maat, en alleen wanneer het nodig is.

Een andere ontwikkeling is het genenpaspoort. Door een eenvoudige check kan worden bepaald hoe de lever verschillende medicijnen kan afbreken. Dan zien we welke mensen traag afbreken, en dus ook bijwerkingen kunnen krijgen, of snel afbreken, en dus minder effect van een medicijn zullen hebben. Dan kiezen we voor een medicijn dat beter bij die persoon past. Zo worden de medicijnen efficiënter en beter ingezet. Momenteel lopen er diverse onderzoeken op dit gebied, en we zien dat er daardoor al veel verbeteringen realiseerbaar zijn. In ieder geval zal het binnen de farmacie net zo zijn als in onze hele wereld: "de ontwikkelingen gaan door, en er is steeds iets te verbeteren. Voor mij een hele leuke en vooral interessante wereld!"