Natascha Kooiman - Adviseur Duurzaamheid in voeding

Natascha Kooiman - Adviseur Duurzaamheid in voeding


Dag van de Vrouwen had haar al eerder ontmoet... Natascha Kooiman op de Horecava, en in dialoog met ondernemers over duurzaamheid in de horeca. Deze keer gaan we uitgebreider met haar in gesprek over wie ze is en vooral wat ze doet. Natascha is een dynamische persoonlijkheid en bijna onnavolgbaar in haar vele activiteiten, die ze mede heeft ontwikkeld of waarin ze betrokken is. Geen wonder dat ze ook dit jaar weer is uitgeroepen tot Duurzame Jongere 100, de jongeren versie van de Trouw Duurzame 100. Ze zet haar tanden in verduurzaming van voedselsystemen en –patronen voor organisaties. Dit doet ze samen met Aart Jan van Dijk, met wie ze haar bedrijf Smaackmakers startte; 'de versneller van verduurzaming in voedselsystemen en eetpatronen'.

Daarnaast is ze adviseur duurzaamheid bij KHN bedrijfsadvies, lid van Werkgroep Voetafdruk Nederland (World Footprint Network) bestuurslid van het AVANS Expertisecentrum Sustainable Business, lid bestuur PvdA Duurzaam en lid van de Adviesraad van de United Nations 10 Year Framework Program for the Sustainable Development Goal of Sustainable Consumption & Production. Natascha is een echte natuur- en dierenliefhebber, en heeft haar dobermann, Chef, voornamelijk grootgebracht op rijst, pindakaas en sperziebonen. Maar, naar eigen zeggen, is ze zelf ook geen ‘heilig duurzaam boontje’. Ze doet wat ze kan en wellicht een beetje meer dan dat... Ja, zo kan 't ook! 

Je bent a 'rebel with a cause', waarom?

Het is mijn doel om de ‘wereld te verbeteren’ en ik zie daarvoor een grote kans in voedsel en ons eetpatroon. Want de voedselproductie maakt 34% uit van onze voetafdruk, onze impact op de aarde. Hoe makkelijk is het, dat ieder individu meerdere keren per dag en met kleine veranderingen in ons eetpatroon, een heel groot verschil kan maken?! Wanneer ook grote spelers in de voedselketen structureel veranderingen doorvoeren in hun aanbod, dan zijn we al op de goede weg. En op dat laatste richt ik me voornamelijk. Met Smaackmakers willen we het beleid bij bedrijven en vanuit de overheid rond voedsel veranderen, zodat het makkelijker wordt om voor duurzaam te kiezen. Denk bijvoorbeeld aan supermarkten en restaurants, maar ook cateraars in bedrijfskantines etc.

Door meer plantaardige producten en minder dierlijke producten aan te bieden (dit heeft de grootste impact), minder voedselverspilling en meer lokaal- en seizoensgebonden in te kopen, komen we al een heel eind. Via deze veranderingen in het aanbod zorgen we enerzijds dat mensen duurzamer gaan eten, en anderzijds gaan we zo de norm veranderen in de voedselconsumptie. Want het aanbod is erg bepalend voor wat we normaal vinden in onze eetcultuur. Natuurlijk zal  dit alleen stap voor stap veranderen en is het realiseren van draagvlak evenals de communicatie hierbij ontzettend belangrijk.

Stel er zou een ‘bio fresh tomatoes award’ zijn voor duurzaam voedsel, wie zou je dan bij deze willen nomineren?

Om te beginnen zou ik het woord ‘bio’ niet zo snel gebruiken. Er zijn ontzettend veel misvattingen rond biologisch. Vaak wordt duurzaamheid, onterecht, gelijk getrokken met biologisch. Het is bijvoorbeeld maar een klein onderdeel van duurzaamheid. Als Smaackmakers hebben we acht ‘duurzame food principes’ ontwikkeld, acht pijlers die het totale spectrum dragen. Op de eerste plaats is dat ‘plant power’: meer plantaardig, minder dierlijk. De anderen zijn als volgt: meer lokaal, vers en seizoensgebonden, bewuste omgang met verpakkingen en gezond voedsel en minder verspilling.

Innovatie is ook één van de pijlers, want de verduurzaming gaat namelijk vaak samen met een andere manier van denken, innovatieve producten die steeds meer worden aangeboden en andere combinaties, of een andere manier van aanbieden. En dan nog keurmerken: iets waar nu, ook onterecht, het zwaartepunt vaak ligt als het om verduurzaming gaat. Keurmerken kunnen een uitkomst bieden, maar het is zeker niet het summum of iets waaraan de mate van duurzaamheid gemeten zou moeten worden. Immers, een keurmerk zegt alleen iets over een onderdeel van duurzaamheid...

Wie ik zou willen nomineren? Ik ben misschien meer van de naming & faming, in plaats van naming & shaming. Ik vind dat elke stap voorwaarts er één is. Geen enkel bedrijf is 100% duurzaam. Verduurzaming is een proces en geen punt dat bereikt kan worden. Ik vind dan ook dat veel commentaar op grote spelers zoals Ahold en Unilever te kritisch is. Dit is onterecht, want ze zijn vooruitstrevend en met de toekomst bezig. Mooie voorbeelden van voedselondernemers die echte voorlopers zijn; de Vegetarische Slager en ook de Dutch Weedburger. En ik zou wel willen pleiten voor meer aandacht van gemeentes aan voorlopers in hun eigen regio. Zo zouden verduurzamingsontwikkelingen in de regio’s buiten  de Randstad  ook kunnen versnellen. 

Er is meer data beschikbaar over voeding in relatie tot gezondheid, Een trend in wording is voedingsadvies op maat, Wat vind je hiervan?

Enerzijds begrijp ik deze ontwikkeling wel, want we weten steeds meer en dus kunnen we op individueel niveau adviseren. De keerzijde is wel dat mensen nog minder in plaats van meer zelfstandig gaan nadenken over wat ze in hun lichaam stoppen. Ze volgen gewoon op wat hen opgedragen wordt. Als consument raken we steeds meer basiskennis over voedsel kwijt. Als we ons realiseren waarom bepaalde dingen goed zijn voor onszelf of wel of niet duurzaam zijn, dan kunnen we zelf afwegingen maken en een balans vinden. Als we blindelings de ene trend na de andere volgen, omdat ‘iemand’ hard roept dat dit het beste is, dan zullen we ook nooit echt keuzes maken, of begrijpen wat de meerwaarde van bepaalde keuzes is.

Juist om mensen meer zelfstandigheid te brengen rond dit onderwerp is het voedselonderwijs zo belangrijk.

Al op jonge leeftijd zouden we moeten begrijpen wat goed is voor ons lichaam en wat de impact zal zijn van voedselkeuzes op onze omgeving en in de wereld. Dan krijgt een portie kipnuggets opeens een hele andere connotatie en kan je zelf bedenken wat alternatieven zouden zijn voor de eierkoeken van Sonja Bakker.

De meeste mensen weten dat overconsumptie van dierlijke producten niet goed is, maar kun je voorbeelden geven waardoor we nog eens flink achter onze oren gaan krabben?

Ik ben niet per se overtuigd van het feit, dat de meeste mensen weten dat er 1) sprake is van overconsumptie of 2) dat de consumptie van dierlijke producten zo belastend is voor de wereld. Veel mensen weten niet dat het produceren van dierlijke producten een erg inefficiënte manier van voedsel produceren is. Er is veel meer water, land en energie nodig om dierlijke producten te maken, dan om plantaardige producten te maken. Zo komt het erop neer dat zo’n 80% van alle landbouwgrond in de wereld wordt gebruikt voor de dierenindustrie. En het idee dat soja slecht is voor het milieu vanwege de kap van regenwouden, dan heeft dat direct een andere betekenis als je beseft dat 75% van alle soja wordt gebruikt als diervoeder…! Die kap van regenwouden faciliteer je dus veel sterker met het eten van vlees, dan met het drinken van sojamelk, wat bovendien vaak van verantwoorde soja wordt gemaakt. 

Dit soort inzichten maakten voor mij wel duidelijk dat we iets anders moeten doen, wanneer het om onze eetgewoonten gaat. Zeker als je daarbij optelt dat we de bewuste consumptie van dierlijke producten vooral ophangen aan het feit dat we de eiwitten nodig hebben. Dat beeld verandert als je weet dat we in Nederland gemiddeld 70% meer eiwitten binnenkrijgen dan nodig. Bovendien: 95% van de bevolking komt niet aan de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid groente en fruit. Niet zo gek dat meer dan een miljard mensen leidt aan overgewicht, en tegelijk zijn er meer dan 800 miljoen mensen ondervoed. Daar komt ethiek om de hoek kijken. En dat speelt ook op het vlak van dieren. In Nederland slachten we zo'n 1000 dieren per minuut, uur in uur uit, dag in, dag uit… Ik werd daar wel even stil van. Maar geen nood want het antwoord is zo simpel: iets minder dierlijke producten eten…want daar maak je al een groot verschil mee.

Met wie zou je graag een pittig biologisch broodje gezond willen eten, en waarom?

Met Louise Ottilie Fresco! Omdat ik haar zo bewonder vanwege wat ze al bereikt heeft, hoe sterk ze overkomt en wat haar visie is op verduurzaming en voedsel. Ze is voorzitter van de Raad van Bestuur van Wageningen Universiteit en was voorheen assistant director-general van de FAO. Haar boek ‘Hamburgers in het Paradijs’ heeft mij echt veel inzichten gebracht. En ja, Friesland Campina… daar zou ik ook wel een glas sojamelk mee willen drinken. Deze partij is in mijn ogen één van de ondernemingen, die heel veel kan betekenen in de noodzakelijke internationale voedseltransitie. Indien Friesland Campina zou kunnen meeschakelen in de ontwikkelingen richting plantaardige melk, dan kan ze een echt groot verschil maken! Ik zou graag dit soort partijen willen inspireren, om die kant op te bewegen.

Veel organisaties hebben al jaren een actief       mvo-beleid, Wat kunnen ze nog meer doen?

Steeds meer organisaties zijn actief op het gebied van energiebesparing en CO2 reductie. Echter, organisaties realiseren zich nog maar weinig wat voor een enorme potentie hun ‘voedselbeleid’ kan hebben als het gaat om CO2 reductie, milieu-impact en de meerwaarde voor de gezondheid, betrokkenheid en productiviteit van hun medewerkers...en minder verzuim door een gezonder en duurzamer aanbod, betekent ook minder kosten. Met Smaackmakers maken we inzichtelijk dat je als organisatie met een duurzamer aanbod en ook de manier van aanbieden van de catering, grote voordelen daarmee kan behalen. Dat doen we met daadwerkelijke verduurzamingstrajecten van de bedrijfskantine, met de communicatie daaromheen en met workshops voor inspiratie en bewustwording. Voor personeel van de gehele organisatie en specifiek het keukenpersoneel. 

Kun je een voorbeeld geven van een 'success story' met verduurzaming in voedselketen(s)?

Ja, heel veel! Een voorbeeld is een serie workshops die we organiseerden voor de management assistentes van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu. Hierin zijn we ingegaan op directe en indirecte voedselverspilling die voorkomen kan worden door ander bestelgedrag. Dit leidde tot de ontwikkeling van een duurzame lunch samengesteld met hun contractcateraar Sodexo. Deze cateraar faciliteert alle locaties bij onze opdrachtgever. En natuurlijk is het voor Sodexo zelf ook weer een stap in de goede richting, waar ze als multinational met zo'n 400.000 werknemers in 80 landen van heeft geleerd. Het is een soort balletje dat gaat rollen en wie weet welke verdere stappen worden genomen. We blijven de grote en kleine cateraars in Nederland in ieder geval stimuleren, om veel duurzamer in voeding te zijn. 

Je bent bij tal van organisaties betrokken om de boodschap over duurzame voeding uit te dragen, Wat kunnen we nog meer verwachten?

Er loopt inderdaad heel veel. Dat klopt. Het geeft ook goede energie om te zien dat steeds meer organisaties zelf contact opnemen met vragen over verduurzaming van hun aanbod, of die de mentaliteit van medewerkers

duurzamer zouden willen krijgen. Dat doen we bij veel congreslocaties, in het bedrijfsleven en gemeenten met bedrijfskantines, en natuurlijk in de horeca. Maar we werken er ook aan op het niveau van regelgeving. We zijn erg verheugd met het nieuws dat we een opdracht hebben gekregen, waarbij we gaan verkennen hoe we de inkoopregels voor catering kunnen verduurzamen die worden gehanteerd bij aanbestedingen.

Ik heb zelf na veel onderzoek en onze ervaringen een duidelijke visie: wanneer we duurzaamheid aan de hand van meer kwalitatieve eisen kunnen bepalen, in plaats dit vooral aan de hand van de keurmerken te doen, dan komt er opeens heel veel ruimte voor verduurzaming. Het biedt dan kansen voor kostenbesparing, in plaats van dat het meer kost om te verduurzamen. Denk bijvoorbeeld aan het terugbrengen van voedselverspilling, minder hoog verzuim, hogere productiviteit en lagere inkoopkosten door meer groenten en fruit in te kopen en ook minder snel bederfelijke waar.