Monique Sakkers over het ambachtelijke coupeursvak

Monique Sakkers over het ambachtelijke coupeursvak


Een bekend gezegde luidt: "de kleren maken de man". Nou, dat geldt ook voor de vrouw! Modeontwerpster Elsa Schiaparelli heeft ooit iets in deze strekking gezegd: "wanneer een vrouw haar entree maakt en de mensen geven complimenten voor haar mooie jurk, dan weet je dat ze eigenlijk niet goed gekleed is". Maar als men zegt; "wat een mooie vrouw", dan weet je dat ze wel goed gekleed is. Het zijn vaak de details die het verschil maken en de geloofwaardigheid versterken. Een dirigent op Symphony No.7 van Beethoven kan dit niet doen in zijn joggingbroek met sneakers aan. Het plaatje moet kloppen. Wat is nu de magie van mode, theater en entertainment? Hoe ziet deze wereld eruit achter de coulissen? Interessante vragen dachten wij en daarom ging Dag van de Vrouwen in gesprek met een evenzo interessante vrouw Monique Sakkers. Ze is Directeur van Meesteropleiding Coupeur.

Een initiatief uit de mode- en theaterwereld zoals Nationale Opera & Ballet, Toneelgroep Amsterdam, Stage Entertainment, het Internationaal Danstheater en de couturiers Mart Visser, Jan Taminiau en Iris van Herpen. Vanuit dit initiatief wordt een nieuwe generatie meestercoupeurs opgeleid om dit ambachtelijk beroep te behouden. We waren diep onder de indruk van de prachtige werken!

Wie is Monique Sakkers?

Ik kom uit de mode met een HTS opleiding voor de confectie-industrie. Tegenwoordig heet dat AMFI, een vierjarige HBO opleiding in Amsterdam. Mijn eerste baan was bij een producent voor jeanskleding waar ik voor grote modeketens ontwerpen heb gemaakt. Ik heb toen onder andere de ‘hobbezak’ bedacht, waarvan 800.000 stuks zijn verkocht. Dat is een echte bestseller geworden! Daarna heb ik gewerkt als stoffenredactrice bij de bladen Knip en Knippie, en ben nadien gevraagd om te gaan werken als inkoper bij winkelketen Fooks. Voor deze keten heb ik met collega’s de productie in Azië opgezet. Dit was toen nog pionierswerk, want ze snapten er in Azië helemaal niets van. Bovendien hebben de meeste vrouwen daar nauwelijks borsten en heupen. Ga dan maar uitleggen hoe het eruit moet zien! Maar goed, het was ontzettend leuk werk om te doen. Heel technisch in productontwikkeling, en daar hou ik van.

Daarna ben ik voor mezelf begonnen met Vida Vita, een eigen label in positiekleding. Ik heb zowel de creatie als commercie gedaan en het label uitgerold in landen als Italië en Engeland, maar ook Rusland. In Engeland lag het label zelfs bij Harrods! Dat was geweldig, en een hele interessante tijd. Maar na twaalf jaar wilde ik wat anders doen en ben vervolgens directeur geworden van een bedrijf in bedrijfskleding met eigen atelier. Dat was wel fijn, want mijn passie ligt in productontwikkeling en ook te zien hoe iets groeit onder die naaimachine met het beste resultaat!

Je bent nu directeur van Meesteropleiding coupeur, hoe is dit initiatief ontstaan?

Deze opleiding is in 2009 ontstaan op initiatief van het Nationale Opera & Ballet in Amsterdam en sinds de oprichting in 2011 ben ik hier werkzaam als directeur. Deze gezelschappen konden geen goede coupeurs meer vinden voor hun ateliers. Ze moesten de kennis buiten Nederland zoeken of producties naar het buitenland verplaatsen. Een kostuumproductie voor de nationale opera of het ballet kost veel geld. De gezelschappen hadden daarom overwogen om zelf een opleiding op te zetten, maar toen bleek dat ook theatermakers zoals Toneelgroep Amsterdam en vele couturiers van high fashion labels met hetzelfde probleem zaten, werd alsnog besloten om een op zichzelf staande stichting in het leven te roepen. De Meesteropleiding Coupeur is zo ontstaan en het voorziet sindsdien de gezelschappen, ateliers, ontwerpers en couturiers van hoogopgeleide professionals. We zijn gevestigd in een prachtig pand in Amsterdam-West, gelegen in een fijne, rustige buurt.

Vroeger had je de modevakschool, is dat te vergelijken met Meesteropleiding Coupeur?

Meesterproef; een prachtige replica van de jurk uit de film Snow White met actrice Julia Roberts in de rol van koningin.
Meesterproef; een prachtige replica van de jurk uit de film Snow White met actrice Julia Roberts in de rol van koningin.

Voorheen was het de MTS voor mode en kleding waar de coupeurs vandaan kwamen, en op de HTS voor de confectie-industrie werden de studenten opgeleid als leidinggevende in ateliers. Beide opleidingen zijn min of meer verdwenen en dat is verklaarbaar, want vanaf eind jaren 80 werden de modeproducties vooral door winkelketens uitbesteed in het buitenland. Maar het is tegenwoordig de tendens dat producties teruggehaald worden naar Europa. Dit heeft onder meer te maken met een enorm opkomende middenklasse in Azië. De prijzen stijgen daar, waaronder ook de lonen. Dat is op zich een goede ontwikkeling, alleen wordt het hiermee voor de modeketens minder interessant. Aan de andere kant zal dit voor meer werkgelegenheid kunnen zorgen in Europa, waaronder Nederland.

Wanneer een student bij ons in de opleiding komt, dan moet deze het Gezel niveau beheersen. Dit is ongeveer vergelijkbaar met ROC Mode maatkleding niveau-4. Je komt hier niet uit het niets binnen. Dat kan gewoon niet vanwege het hoge tempo en de specialisatie. Bij ons bouw je geleidelijk op van het Gezel niveau A, B, C naar Meester. We hanteren de meestertitel omdat deze wordt toegekend door onze brancheorganisatie, maar eigenlijk spreken we over het Gezel meester niveau. Na het behalen van de titel moet je nog veel ‘kilometers’ maken om een echte topmeester te worden. Studenten die van onze opleiding komen hebben tenminste zeven tot acht jaar ervaring.

Kun je iets vertellen over jullie samenwerking met het gezelschap van het Nationale Opera & Ballet?

Het Nationale Opera & Ballet zijn de initiatienemers van de opleiding geweest. Al snel werden ook andere theatergezelschappen bij dit initiatief betrokken zoals Toneelgroep Amsterdam. Het Nationale Opera & Ballet produceert de meeste kostuums in eigen ateliers, of zij huren freelance coupeurs in, of produceren eventueel in het buitenland. Tot nu toe heeft onze opleiding aan vier verschillende producties mogen meewerken. De Toneelgroep Amsterdam produceert nog maar weinig kostuums in eigen atelier. Wel hebben we vorig jaar met onze studenten een mooie productie gedaan van de historische jurk voor Elizabeth de eerste.

Daarbij wordt op hoog niveau geproduceerd, want het staat vol in de schijnwerpers en wordt dus elk detail gezien. Het heeft hele andere eisen dan de mode. Als iets oud moet lijken, dan wordt er echt van alles mee gedaan, zoals het gebruik van speciale verven voor een optimaal effect. Een ander voorbeeld is de kleding bij opera. Wanneer een operazangeres in een mooi korset keurig staat te zingen, dan kan het bij uithalen soms wel 12 centimeter rond de taille schelen. Dat is zomaar drie maten verschil. Het moet er wel mooi uit blijven zien en comfortabel zitten...

We werken ook samen met musea, zoals het Zeeuws Museum en het Museum van Loon, om historische kleding te vervaardigen en technieken toe te passen zoals bijvoorbeeld het stijven en plisseren. Dit zijn oude ambachtelijke technieken, die worden hergebruikt in hedendaagse ontwerpen. Verder kun je ook denken aan de producenten van films en reclamespotjes. Ze hebben allemaal hun eigen unieke kleding nodig en die maken we dan op maat.

Heeft de consument tegenwoordig voldoende kennis over het ambacht dat jullie uitdragen?

Nee, helemaal niet volgens mij. Ik denk dat er weinig mensen zich bewust zijn van hoe een kledingstuk in elkaar wordt gezet, en wat er allemaal bij komt kijken. Het is één van de meest ingewikkelde producten om te produceren. Als je een colbertje bekijkt dan heb je een voeringstof, een bovenstof en de binnenvoering dat uit meerdere materialen kan bestaan. Dan heb je ook nog de knoopjes, garen, schoudervulling, etiketjes en ga zo maar door. Vrijwel niemand weet hoe lang het duurt voordat je een colbert, een rokje of een heel kostuum in elkaar hebt gezet.

De (her)waardering van een ambachtelijk vervaardigde jas of kledingstuk staat nog ver weg van de gemiddelde consument. Dat is jammer, want als je mooie kleding hebt dat goed bij je persoonlijkheid past, dan ga je in de positieve zin ook anders staan en je anders gedragen. De functie van kleding moet je dus niet onderschatten. Wanneer je in een bepaalde omgeving 'acteert', dan zul je daarbij toch enigszins goed moeten kleden. Zeker als je rolmodel bent in een bepaald vakgebied. Daarnaast gaat kwaliteit gewoon jaren mee, en dat mag best iets meer kosten.

Gelukkig zien we ook steeds meer kleine ambachtelijke ondernemingen opkomen. Dit zijn vaklieden met een eigen atelier, die hun collectie via internet aanbieden en pas gaan produceren nadat het verkocht is. Je moet als consument wel genoegen nemen met een levertijd, maar dan krijg je wel een uniek stuk. Zo zie je ook dat er meer heren overhemden op maat worden gemaakt en kleermakers zichtbaarder in de winkel te zien zijn.

Werken jullie ook veel samen met bekende en minder bekende ontwerpers voor de mode?

Couturiers Mart Visser, Jan Taminiau en Iris van Herpen zijn vanaf het begin betrokken bij de opleiding en onze studenten lopen stage bij hen of vinden er een baan. We produceren ook voor MOAM Collective en jonge getalenteerde ontwerpers als Anbasja Blanken en Tess van Zalinge. We hebben eveneens met Claudia Sträter samengewerkt voor een duurzaamheidsproject in het kader van 're-shoring'. Dit betekent dat een productie vanuit onder meer Azië wordt teruggebracht naar Europa. Hierin hebben onze studenten van 'restafval' nepbont stola’s gemaakt. Dat was echt heel leuk om te doen! Een ander recent voorbeeld is de monstercollectie van bijzondere, handgeweven stoffen voor Strawberries Fabrics. En er zijn nu ook contacten voor een mogelijke samenwerking met G-Star.

Of het nu om high end fashion gaat, of de top in theater en entertainment, het is dezelfde branche. En hoewel de sfeer in de mode en theater verschillend is, zo is de werkwijze voor 95% gelijk. Namelijk, met grote passie ambachtelijk vervaardigen van kleding en accessoires op maat. Wel zien we dat er tegenwoordig steeds meer innovatie beschikbaar is met technologie. Zo heeft de ontwerpster Iris van Herpen het 3-D printen omarmd voor haar draagbare 3-D geprinte haute couture. Ze heeft hiermee voor vernieuwing gezorgd in de mode!

Ben je voorstander van de technologische vernieuwing in het ambachtelijk vak?

Ja, absoluut! Ik zeg altijd dat we kleermakers zijn in de 21e eeuw. Het is heel goed om te onderzoeken hoe we op een betere en slimmere manier kunnen produceren. Er gebeurt de laatste tijd steeds meer met de toepassing van technologie op talloze stoffen. Zo kan bijvoorbeeld een overhemd in de productie worden geïnjecteerd met antimuggenmiddel. Dit is heel handig voor als je naar de tropen gaat. Een andere toepassing is bijvoorbeeld het inweven van chips om de hartslag te meten. Maar dan nog zeg ik dat het hier materiaal is wat een enorme ontwikkeling doormaakt. Hoe dan ook, de materialen moeten alsnog in elkaar worden gezet en dan eveneens vertaald worden van 2 naar 3-D.  Hierin gaan coupeurs met de ontwerpers aan de slag, om het eindproduct ook daadwerkelijk te realiseren.

Fashion design heeft veel aantrekkingskracht, wat is jouw advies aan nieuw talent?

Fashion designer is een beroep dat heel veel mensen aanspreekt. Maar er zijn uiteindelijk weinig mensen die dat echt kunnen waarmaken om van te leven. Je moet naast een sterke vooropleiding het vak ook echt in de vingers hebben! Er is veel aanbod waar je ook gelukkig van kan worden en toch met dit vak bezig kunt zijn...

Wij leiden coupeurs op voor theater, tv, mode en high fashion. Hier bij ons leer je patroontekenen en kleding evenals kostuums maken op het hoogste niveau. Daarbinnen heb je nog allerlei richtingen en kun je specialiseren in de technieken voor zowel dames als heren. Er  zijn talloze interessante beroepen binnen de mode en het theater.

Ga dus eerst heel goed oriënteren en neem deel aan open dagen om te kijken wat je leuk vindt. Er zijn veel ontwerpers die voor labels werken en daar is helemaal niets mis mee, want je kunt dan zeker fantastische dingen doen. Maar als je kleding echt zelfstandig wilt maken en creëren, dan zul je een open visie moeten hebben naar de maatschappij door onder andere ook diverse musea te bezoeken. Want je moet de creaties ruiken, voelen en ervaren! Wanneer je niet van verre reizen houdt, dan moet je geen inkoper of ontwerper worden. En als je een zichtbare functie wilt hebben in het eindproces, dan moet je geen coupeur worden. Als coupeur sta je naast en meestal achter de ontwerper.

Handgemaakte kragen, geïnspireerd op de 16e en 17e eeuw.
Handgemaakte kragen, geïnspireerd op de 16e en 17e eeuw.

We hebben direct contact met modeontwerpers waar nauw mee wordt samengewerkt. Onze studenten zijn daar heel welkom en lopen tevens stage. Vaak hebben ze na onze opleiding al direct een baan, dus dat is ook goed voor de beroepsgroep. Maar je moet wel weten wat je precies wilt en daar dan helemaal voor gaan.

Vroeger was kleermaker vooral een mannenberoep. In Engeland is de titel Tailor voor de man en Dressmaker voor de vrouw. Leuk om te weten is dat voor het eerst een vrouw de titel Master Tailor heeft gekregen. Dit is Kathryn Sargent. Het gaat heel goed met haar werk en ze heeft een eigen winkel geopend voor zowel mannen als vrouwen in Savile Row. Dit is het historische hart van tailoring in Mayfair, London.   

Wat betekent dit ambachtelijk vak voor jou?

Ik hou veel van het vak, het zit ook in mijn genen. Een paar jaar geleden kwam ik er namelijk achter, dat mijn overgrootvader in de straat naast het gebouw waar we onze opleiding verzorgen, zijn eerste kleermakerij had! In mijn jeugd waren veel kleermakers in de straten van Amsterdam en die maakten allemaal kleding op maat. Dit beeld veranderde heel snel doordat de opkomende confectie-industrie haar intrede deed.

Hoewel ik geen coupeur ben, heb ik in mijn jeugd wel leren naaien en zat bijna altijd achter de naaimachine. Ik heb ook patroontekenen geleerd. Gaandeweg mijn carrière had ik voor mijn producties patroonmaaksters en coupers ernaast, dus dan bouw je het anders op. Het ontwerpen deed ik dan zelf, of ik kocht dat in. En door de technische kennis wist ik precies wat nodig was om het beste resultaat te bereiken. Voor mij gaat het er vooral om, dat je bewust bent van hoe mooi het coupeursvak en ontwerpen tegenwoordig kan zijn. In het verleden zijn natuurlijk prachtige dingen gemaakt, maar er is altijd iets wat met de tijd veranderd. Hoe dan ook, we zullen altijd kleding nodig hebben! En daarom vind ik het heel belangrijk dat de mooie technieken en het ambacht behouden blijven, alleen dan wel met de visie van de 21e eeuw.

Ik ben zelf een groot voorstander van gemixte groepen bij ons in de opleiding, alleen zijn het nu voornamelijk vrouwen die hier binnenkomen. Er is zeker plaats voor mannen in dit beroep en deze zijn bij ons dan ook van harte welkom. We hebben opleidingen voltijd, deeltijd, (basis)cursussen en masterclasses.