Interview met Eberhard van der Laan, burgemeester van Amsterdam


Eberhard van der Laan, sinds 2010 burgemeester van Amsterdam. Ooit, 25 jaar geleden, begonnen in de advocatuur met een eigen firma, Kennedy Van der Laan, waarin hij ook maatschappelijk betrokken was. Voorafgaand aan het burgemeesterschap, was hij van 2008 tot medio 2010 minister voor Wonen, Wijken en Integratie. Dag van de Vrouwen kwam hem tegen tijdens de TCS Amsterdam Marathon 2016, en mocht bij hoge uitzondering enkele vragen stellen.

Wat is de reden dat je hier aanwezig bent?

Ik ben hier nu als vader van twee kindertjes die hebben meegelopen in de Kids Run, een dochter van twaalf en een zoontje van acht. Ze hebben een medaille gekregen en ik zie dat ze blij uit hun ogen kijken. Ze hebben het heel goed gedaan. Zelf doe ik niet aan hardlopen, maar ik heb vroeger wel flink gesport en vooral veel voetbal gespeeld. Hardlopen was niet echt mijn sterkste ding, trouwens ook niet als voetballer.

Op welke positie speelde je dan?

Dat is op zich wel grappig. Ik was een jong ‘talent’, maar had toen nog niet het juiste karakter om daar alles uit te halen. Zo begon ik eerst te spelen als spits en zakte gaandeweg naar het middenveld, om dan vervolgens te eindigen op de positie van ausputzer. Deze naam werd vroeger gebruikt voor de centrale verdediger met een enigszins vrije rol. Ik eindigde met veldvoetbal door te gaan zaalvoetballen in een team van veteranen. Daarin had ik mijn plek wel gevonden. Als centrale verdediger claimde ik enkele vierkante meters in de achterhoede. Die waren dan ook echt van mij, de rest mochten de andere spelers hebben.

Heb je de ervaring als spits kunnen gebruiken in de achterhoede van het team?

Ja, dat heb ik als verdediger zeker kunnen gebruiken, want ik wist vaak van tevoren wat een spits zou gaan doen. Het kan een voordeel zijn als je op meerdere posities hebt gespeeld. Maar wanneer je met dat inzicht ouder bent geworden, dan heb je weer niet de conditie om er iets mee te doen. Dat is wel grappig.

Een ausputzer draagt verantwoordelijkheid, zat dit er toen al niet een beetje in?

Ik heb tot tien jaar geleden zaalvoetbal gespeeld. Na een zaalvoetbalwedstrijd verzuchtte ik weleens bij mijn vriendjes; ‘had ik maar op mijn achttiende de spirit gehad die ik nu heb’. In die tijd hadden we de conditie, maar maakte het ons niet zoveel uit wat er gebeurde. Nu maakt het ons veel meer uit wat er gebeurt, maar is de conditie weg.

Dit is een tragedie van het leven of juist de schoonheid, het is maar hoe je het bekijkt.

Heeft het voetballen als teamsport ook bijgedragen in het werk dat je doet?

Zeker, en dat geldt natuurlijk niet alleen voor voetbal. Wat ik van teamsport belangrijk vind, is niet alleen de sportiviteit, de gezondheid en de spieren die je oefent. Teamsport leert je eveneens op elkaar in te spelen en daarmee wordt het heel natuurlijk om goed samen te werken. Er is tegenwoordig veel te doen om diversiteit en de vluchtelingen. Zelfs dan kun je nog een overlap zien. Een voetbalteam met diverse persoonlijkheden en achtergronden heeft in beginsel meer kracht en macht, dan wanneer het allemaal dezelfde spelers zijn. Ik geef dit nu wel in extreme aan.

We hadden vroeger de grootste voetballer ooit, Johan Cruijff. De vraag is of je met elf Johan Cruijff’s verder was gekomen, dan met het elftal dat destijds drie keer de Europacup won. Hij was dan weliswaar de stuwende kracht, maar had ook ‘waterdragers’ en diverse andere talentvolle spelers om zich heen. Denk aan de voorzet van Piet Keizer, of Wim Suurbier om af en toe iemand eens stevig aan te pakken en Johan Neeskens die toen bijna altijd de bal veroverde. Die verschillen brengen veel kracht bij elkaar, als je maar kan samenwerken. Daarin is wel een overlap met mijn werk, want ik ben burgemeester van een stad met 180 nationaliteiten. En wanneer die goed samenwerken in een harmonieus geheel, dan is dat onwaarschijnlijk sterk. Op dit evenement zie je dat ook waaraan meer dan honderd landen meedoen.

Amsterdam investeert veel in gezondheid en welzijn van de burger, is dat te overzien met alle taken die je hebt?

Ik houd het wel een beetje bij, want ik vind dit ook heel belangrijk. Bovendien ben ik tevens voorzitter van de economische board die allerlei doelstellingen heeft met complete actieplannen. Een van onze doelstellingen is dat Amsterdammers in 2025, twee gezonde levensjaren extra moeten hebben. Dat is voor de gemeente heel hard werken waarin onze wethouder Eric van der Burg het voortouw neemt. Hij is zeer betrokken bij de sport en haalt goede resultaten zoals met de aanpak van obesitas en vele andere gezondheid gerelateerde zaken. Ik vind gezondheid een heel belangrijk gegeven en misschien is sport wel hét hulpmiddel om gezond te kunnen blijven.

Ben je ook daarom hier?

Ik ben hier nu voor de kids. Maar ik heb ooit de start weggeschoten van dit jaarlijkse marathon, omdat ik het als sportevenement inderdaad belangrijk vind. En daar komt nog bij dat we momenteel in de tent zitten van de titel sponsor TCS. Dit bedrijf uit India is een hele belangrijke partner van Amsterdam. De verbinding met de Indiase gemeenschap is erg belangrijk voor onze stad en haar economie, en dat geldt eveneens voor Nederland. Die verbinding zie je hier gesymboliseerd en dat vind ik heel mooi van deze marathon.